Enige tijd geleden had Ingrid me al eens gevraagd of ik het leuk zou vinden om het originele handschrift in te kunnen zien. Vooral om de miniatuur eens nauwkeurig te kunnen bekijken. Zij zou er namelijk wel voor kunnen zorgen dat wij toegang kregen tot de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Leiden, waar het boek zich bevindt.
Vanzelfsprekend vond ik dat een uitstekend idee en na enig heen en weer gecorrespondeer met bibliothecaris en conservator - mensen die Ingrid goed kent - kon ze me vorige week het heugelijke nieuws meedelen dat er toestemming was om het zgn. LTK (Letterkunde) 191, want zo wordt dit handschrift genoemd, in de leeszaal bijzondere collecties op ons gemak door te bladeren.
En afgelopen vrijdag was het dan zover.
Maar eerst was er die dag nog de afspraak met Bob Markus van de Vier Windstreken in Rijswijk, de plaats waar Ingrid ook woont.
Deze afspraak was niet alleen gemaakt ter kennismaking van Ingrid met Bob, maar ook om de voortgang van Ferguut te bespreken. Zo kwam daar o.a. een dummy op tafel waar ik onmiddellijk enthousiast over was; een 80 glanzende pagina's dik exemplaar met kapitaalbandje, een blauwe linnen band en stofomslag. Ik zag het al helemaal voor me; de illustratie gepreegd op de linnen band met goudfolie èn een leeslint natuurlijk. Prachtig als luxe variant; de mogelijkheden worden verder onderzocht.
Daarnaast overhandigde Bob ons de aanbiedingenfolder voor het najaar 2013, waarvan hieronder de omslag en de aanbieding van Ferguut te zien is (klik op de afbeelding voor een grotere versie).
Het wordt allemaal steeds concreter.
Na een paar genoeglijke uurtjes op de uitgeverij begaven Ingrid en ik ons vervolgens richting Leiden, waar we ons vervoegden bij de receptie van de Universiteitsbibliotheek.
Ingrid liet niets aan het toeval over met haar uitgeprinte mailwisseling m.b.t. de toestemming voor ons bezoek. Ik citeer:
Beste collega's,
Morgenmiddag, vrijdag 18/7, komen vanaf ca. 13.00 mevrouw Ingrid Biesheuvel en de heer John Rabou naar de bijzondere collecties. Zij zullen zich eerst melden bij de receptie. Willen jullie meneer Rabou een tijdelijke bezoekerspas geven? Hij mag daarna doorlopen naar de bijzondere collecties met mevrouw Biesheuvel, die wel een LU-card heeft.
Dank en groeten,
Ernst-Jan
...en Ingrid's reactie hierop aan mij:
Nou, die zal ik samen met de mail van de conservator nog even geprint meenemen, en dan moet het toch wel lukken langs alle draken, reuzen en tolridders bij het zo zwaar-bewaakte Witte Schild te komen.
Dit bleek niet nodig te zijn, want bij de receptie was men dus op de hoogte van onze komst en zo konden we, gewapend met een bezoekerspas, doorlopen naar de leeszaal Bijzondere Collecties op de tweede verdieping, alwaar Ernst-Jan ons verwelkomde en aan Ingrid het boek overhandigde.
Zoals je kunt zien zit het boek in een cassette met een rode sticker. Dit is een zgn. Handschrift met Rode Band. Ingrid legde me uit dat dit hele speciale exemplaren zijn; zij moeten als eerste worden gered bij calamiteiten: brand enzo.
Ook al lag het boek op een speciaal daartoe door Ingrid klaargelegd kussen, het verbaasde me dat we geen witte handschoenen aanmoesten/-hoefden. We mochten het perkament gewoon met onze blote handen aanraken; heel vreemd voor een boek van bijna 700 jaar oud!!
In 2005 had ik de gelegenheid om de nieuwe facsimile-uitgave van Les Très Riches Heures de Duc de Berry door te bladeren in Museum het Valkhof in Nijmegen. Dat was ter gelegenheid van de presentatie van deze facsimile-uitgave tijdens de grote Gebroeders van Limburg tentoonstelling, aldaar. En dat was op uitnodiging van Facsimile Verlag Luzern uit Zwitserland, die deze uitgave had bezorgd. Ook dat boek lag op een kussen, maar ik moest wel handschoenen aan. En hier ging het "slechts" om een reproductie, weliswaar een superieure reproductie, maar toch! Hier kunt u het zelf bekijken: http://tinyurl.com/mkblbut
Mocht u het willen aanschaffen, dan moet ik u teleurstellen, het is uitverkocht. Het was overigens niet heel goedkoop: een kleine € 10.000,-!
Maar terug naar ons originele handschrift van Ferguut.
Nadat ik het boek, waarvan de leren band trouwens van veel later datum is, opensloeg zag ik meteen op de eerste bladzijde de miniatuur in de initiaal van vs. 1, de "D". Zoals gezegd de enige miniatuur die het handschrift rijk is. Ik was verrast door de - ondanks alle beschadigingen - nog altijd heldere kleuren en sprankelende uitstraling.
Jammer genoeg is zijn de marges, die oorspronkelijk veel ruimer moeten zijn geweest, ten koste van de versieringen overal bijgesneden, wat op onderstaande detailplaatjes goed te zien is.
En daaronder - nogmaals - de schetsen van mijn reconstructie.
Door de hele tekst heen - 32 pagina's (of folio's, zoals dat heet) - worden nieuwe hoofdstukjes aangeduid door kleine blauwe en rode initiaaltjes. Deze zijn bovendien allemaal versierd met uiterst fijne lijntjes, zgn. penwerk.
Op onderstaande foto is goed te zien hoe dat penwerk er uit ziet. In dit geval gaat het om de letter F van Ferguut. Dit woord, deze naam, is hier goed te herkennen. Ook is hier duidelijk te zien hoe rücksichtslos de bladen zijn bijgesneden: dwars door de versieringen heen.
Naast deze versierde initiaaltjes begint elke kolom tekst met een versierde letter. Meestal van een kop en profil, heel klein en heel gevariëerd. Hieronder staan daarvan nog enkele voorbeelden.
Ondanks het feit dat het handschrift maar één miniatuur bevat is het door al deze kleine verfraaiingen rijker versierd dan ik altijd gedacht heb.
Na aandachtige beschouwing van al dit fraais, bladerde Ingrid nog even verder naar een andere tekst die ook in deze band is opgenomen, n.l. die van Floris ende Blanchefloor. Dat wordt n.l. ons volgende project.
Na aandachtige beschouwing van al dit fraais, bladerde Ingrid nog even verder naar een andere tekst die ook in deze band is opgenomen, n.l. die van Floris ende Blanchefloor. Dat wordt n.l. ons volgende project.
Na een uurtje wandelden we voldaan de bibliotheek weer uit, waarna Ingrid mij trakteerde op een aangename, maar niet geheel geplande sight-seeing van Voorburg en Rijswijk èn omgeving. Uiteindelijk vonden we haar huis en kon ik haar thuis afzetten en reed ik zwaar onder de indruk weer terug naar het zuiden des lands. Het was een mooie dag.