Na een lange radiostilte waag ik me vandaag maar weer eens aan een uitgebreid bericht op dit weblog. Dat werd weer eens hoog tijd.
Er is ondertussen veel gebeurd. Ziehier de twee voornaamste oorzaken van mijn veel te lange stilzwijgen.
Het maken - of liever herzien, opfrissen van de oude uitgave uit 2000 - van Het verhaal van Sinterklaas was onderdeel van de afspraken met de Vier Windstreken over Ferguut. Dat moest dus gebeuren. Maar De aansteker, een zgn. samenleesboekje over pesten, overkwam me min of meer.
Ik zal jullie een blik in het binnenwerk van beide boeken besparen want samen ging het om zo'n 45 (!) spreads (dubbele pagina's) aan illustratiewerk. In ieder geval was het een enorm karwei.
Van het sinterklaasboek heb ik alle koppen van de zwarte pieten veranderd (een stuk of 100, schat ik), waarvan hieronder een voorbeeld te zien is. Voor en na, dus.
Ook Sinterklaas kreeg overal een opknapbeurt, want in de oude uitgave leek hij meer op een kabouter met een poncho dan op de Goedheiligman.
Nou vooruit, ook maar een voorbeeld van één van die aanpassingen, dan.
Het lijkt me duidelijk, het was hard nodig.
Bovendien heb ik een aantal platen opnieuw gemaakt en bij andere het een en ander toegevoegd en veranderd.
Al met al kan ik er nu beter mee leven.
En de Aansteker bleek véél meer werk dan ik ingeschat had, o.a. omdat er op meerdere pagina's een klas van ongeveer 20 kinderen moest worden afgebeeld. Gaandeweg werd het wat veel van het goede!!
Maar goed, het is volbracht en ik hou er nu over op. Ik heb het liever over Ferguut en nu in het bijzonder over mijn inspiratiebronnen.
Laat mij beginnen met vast te stellen dat ik beslist niet de pretentie heb een deskundige te zijn op het gebied van middeleeuwse miniatuurschilderkunst en manuscripten. Verre van, zelfs! Laten we zeggen dat ik een meer dan gemiddelde belangstelling heb voor deze kunstvorm.
Ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw - ik was nog niet begonnen aan mijn Ferguut - stuitte ik tijdens een bezoek aan de Frankfurter Buchmesse op de stand van een Zwitserse uitgeverij, genaamd Faksimile Verlag Luzern. Misschien is paviljoen een gepastere kwalificatie voor deze stand, want het zag er allemaal nogal voornaam en gewichtig uit. En dat had ook zo zijn reden.
Deze uitgeverij heeft zich namelijk gespecialiseerd in het zo nauwkeurig mogelijk reproduceren van Middeleeuwse handschriften. En wel "als enige uitgeversonderneming" door "een getrouwe weergave, compromisloos en exclusief, bestemd voor verzamelaars en bibliofielen, wetenschappers en onderzoekers", zoals uitgever Urs Düggelin het omschrijft in de catalogus uit 1998, uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van zijn uitgeverij.
Ik was onmiddellijk gegrepen door de kwaliteit van deze boeken en voor het eerst had ik de mogelijkheid om natuurgetrouwe replica's van originele handschriften - zoals bijvoorbeeld het Book of Kells - op mijn gemak te kunnen bekijken en doorbladeren. Maar ja, een gefacsimileerd exemplaar van van dit boek bijvoorbeeld kostte maar liefst DM 25.000,00 ("slechts" DM 19.500 bij een inschrijving vooraf; dat dan weer wel). Het werd uitgegeven in een beperkte oplage van 1480 exemplaren, compleet met een begeleidende "Kommentarband" van zo'n 400 pagina's, waarin bijdragen van alle denkbare experts op dit gebied en een voorwoord door Umberto Eco en dit alles ook nog eens veilig en wel opgeborgen in een speciaal ontworpen "Schmuckkassette", geprägt en beslagen met motieven en vormen uit het handschrift zelf, in messing en zilver.
Voor een eenvoudig illustrator als ik natuurlijk volkomen onbereikbaar.
Niettemin bood men mij de mogelijkheid om opgenomen te worden in hun klantenbestand, zodat ik geregeld op de hoogte zou worden gebracht van de activiteiten en nieuwe uitgaven van deze uitgeverij. Dat heb ik toen gedaan. En daar heb ik geen moment spijt van gehad, want sindsdien krijg ik op gezette tijden inderdaad mooi vormgegeven brochures en nieuwsbrieven, waarin onder meer nieuwe uitgaven worden aangekondigd.
Op deze manier raakte ik door de jaren heen aardig op de hoogte van wat er zoal aan schatten in alle mogelijke staats-, museum-, klooster-, kerk- en universiteitsbibliotheken verborgen liggen. Werkelijk om je vingers bij af te likken.
Gelukkig geeft deze uitgeverij bij elk nieuw aangekondigd project een documentatiemap uit; een rijk geïllustreerde informatiebrochure van gemiddeld zo'n 15 pagina's over de achtergronden, bijzonderheden en productie van het betreffende handschrift, gestoken in een linnen band en voorzien van enkele - vaak 3, en dat is het aantrekkelijke - perfect gefacsimileerde, losbladige pagina's uit het betreffende boek.
Zo'n documentatiemap is nog redelijk betaalbaar en op deze manier ben ik in staat geweest om een bescheiden, maar mooie collectie van (bladen uit) middeleeuwse handschriften te verzamelen.
Inmiddels is Faksimile Verlag Luzern Quaternio Verlag Luzern geworden - wat daar precies gebeurd is, weet ik niet - maar de kwaliteit is onveranderd hoog gebleven en de gestage stroom aanbiedingenfolders gaat tot op de dag van vandaag onverminderd door.
En in dit overstelpend materiaal nu vind ik mijn voornaamste inspiratie voor Ferguut.
Eén handschrift is van zeer groot belang geweest voor de beeldtaal die ik voor Ferguut heb gekozen en dat is de Kruisridderbijbel van Lodewijk IX, ook wel de Heilige genoemd. Uit ± 1250.
Het mooie van dit manuscript is, dat het in dezelfde tijd is vervaardigd als dat van Ferguut. Behalve dat ik de miniaturen in de Kruisridderbijbel buitengewoon fraai vind, is het dus een contemporaine - en derhalve uitgelezen - bron van inspiratie voor bijvoorbeeld het uiterlijk van de personages en dieren, de vorm van de bebouwing en de begroeiing in mijn Ferguut.
Vooral de eerste jaren dat ik aan Ferguut werkte heb ik naar hartelust geput uit deze bron. Je zou kunnen zeggen dat ik van alles bij elkaar gejat heb, maar ik zie het liever als citeren en beschouw het als een eerbetoon aan de anonieme kunstenaars - men onderscheidt 7 verschillende "handen" - die dit prachtige werk hebben uitgevoerd.
Eerst laat ik steeds voorbeelden uit de Kruisridderbijbel zien en daarna mijn eigen versie, maar wel als detail van het grotere geheel, omdat ik nog steeds niet teveel wil prijsgeven van de volledige illustraties.
Eén van de eerste dingen die me opviel in de Kruisridderbijbel was de enorme variatie aan architecturale vormen. Ook dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat er meerdere illustratoren aan het werk zijn geweest.
Ook de manier waarop bomen en planten werden weergegeven vond ik zo bijzonder, dat ik dat graag wilde gebruiken.
Deze afbeelding van Koning David uit het handschrift was vermoedelijk een portret van Lodewijk de Heilige, de opdrachtgever van het handschrift.
Het lastdier dat hier een geit (?) op zijn rug vervoert….
…werden in Ferguut de beesten die de ploeg van Ferguut trokken.
Tot zover enkele voorbeelden van de manier waarop de Kruisridderbijbel in de eerste jaren vorm gaf aan mijn versie van Ferguut.
Maar omdat ik steeds maar weer - door de folders van Faksimile Verlag - werd voorzien van nieuw materiaal, werd ik door de jaren heen ook door andere middeleeuwse handschriften danig beïnvloed.
Door de Ottheinrichbibel - voltooid in ±1530 - bijvoorbeeld.
Zelfs de gaten, die in het perkament van het originele handschrift zaten, zijn in de facsimile-uitgave aangebracht. Dat laat ik in Ferguut maar liever achterwege.
….. dat ik dus simpelweg voor enkele van mijn illustraties gekopieerd heb.
Een ander indrukwekkend werk is het Livre de Chasse (het boek van de jacht) van Gaston Phoebus, gemaakt in 1387-1389.
Er is nog één handschrift dat ik in het bijzonder wil noemen, n.l. de Luttrell Psalter, geïllustreerd in Engeland door minstens vijf mensen ergens tussen 1325 en 1335.
Dit is naar mijn smaak één van de meest fantasievol geïllustreerde handschriften die ik ken. Ik heb nooit eerder zo'n bizarre stoet aan rariteiten voorbij zien komen, dan in dit werk. Ziehier enkele voorbeelden.
Het gaf mij in ieder geval een vrijbrief om zonder gêne te variëren en improviseren op de thema's die in mijn illustraties voor Ferguut zoal aan de orde zijn.
Ik wil deze drôlerietjes gebruiken door het boek heen, bijvoorbeeld als hoofdstukopeningen en/of schutbladillustraties. Hier volgen er drie uit een serie van minimaal 10.
Tot zover deze aflevering. De volgende keer zal het gaan over een andere vorm van inspiratie die onze Ferguut veroorzaakt.
En ondertussen ga ik weer gestaag verder met Ferguut.
Er is ondertussen veel gebeurd. Ziehier de twee voornaamste oorzaken van mijn veel te lange stilzwijgen.
Ik zal jullie een blik in het binnenwerk van beide boeken besparen want samen ging het om zo'n 45 (!) spreads (dubbele pagina's) aan illustratiewerk. In ieder geval was het een enorm karwei.
Van het sinterklaasboek heb ik alle koppen van de zwarte pieten veranderd (een stuk of 100, schat ik), waarvan hieronder een voorbeeld te zien is. Voor en na, dus.
Nou vooruit, ook maar een voorbeeld van één van die aanpassingen, dan.
Bovendien heb ik een aantal platen opnieuw gemaakt en bij andere het een en ander toegevoegd en veranderd.
Al met al kan ik er nu beter mee leven.
En de Aansteker bleek véél meer werk dan ik ingeschat had, o.a. omdat er op meerdere pagina's een klas van ongeveer 20 kinderen moest worden afgebeeld. Gaandeweg werd het wat veel van het goede!!
Maar goed, het is volbracht en ik hou er nu over op. Ik heb het liever over Ferguut en nu in het bijzonder over mijn inspiratiebronnen.
Laat mij beginnen met vast te stellen dat ik beslist niet de pretentie heb een deskundige te zijn op het gebied van middeleeuwse miniatuurschilderkunst en manuscripten. Verre van, zelfs! Laten we zeggen dat ik een meer dan gemiddelde belangstelling heb voor deze kunstvorm.
Ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw - ik was nog niet begonnen aan mijn Ferguut - stuitte ik tijdens een bezoek aan de Frankfurter Buchmesse op de stand van een Zwitserse uitgeverij, genaamd Faksimile Verlag Luzern. Misschien is paviljoen een gepastere kwalificatie voor deze stand, want het zag er allemaal nogal voornaam en gewichtig uit. En dat had ook zo zijn reden.
Deze uitgeverij heeft zich namelijk gespecialiseerd in het zo nauwkeurig mogelijk reproduceren van Middeleeuwse handschriften. En wel "als enige uitgeversonderneming" door "een getrouwe weergave, compromisloos en exclusief, bestemd voor verzamelaars en bibliofielen, wetenschappers en onderzoekers", zoals uitgever Urs Düggelin het omschrijft in de catalogus uit 1998, uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van zijn uitgeverij.
Excuseer de storende vouw in bovenstaande folder. Ik kon hem natuurlijk wel weg-photoshoppen, maar dat kost me nu iets teveel tijd en ik kreeg deze folders nu eenmaal zo opgestuurd; gevouwen en wel. |
Zonder schmuckkassette; daar heb ik helaas geen afbeeldingen van. |
Niettemin bood men mij de mogelijkheid om opgenomen te worden in hun klantenbestand, zodat ik geregeld op de hoogte zou worden gebracht van de activiteiten en nieuwe uitgaven van deze uitgeverij. Dat heb ik toen gedaan. En daar heb ik geen moment spijt van gehad, want sindsdien krijg ik op gezette tijden inderdaad mooi vormgegeven brochures en nieuwsbrieven, waarin onder meer nieuwe uitgaven worden aangekondigd.
Enkele van de tientallen folders die ik in de loop der jaren thuisgestuurd heb gekregen. |
Gelukkig geeft deze uitgeverij bij elk nieuw aangekondigd project een documentatiemap uit; een rijk geïllustreerde informatiebrochure van gemiddeld zo'n 15 pagina's over de achtergronden, bijzonderheden en productie van het betreffende handschrift, gestoken in een linnen band en voorzien van enkele - vaak 3, en dat is het aantrekkelijke - perfect gefacsimileerde, losbladige pagina's uit het betreffende boek.
Uit de aanbiedingsfolder van de Kruisridderbijbel van Lodewijk IX (± 1250) |
Een greep uit mijn collectie |
Inmiddels is Faksimile Verlag Luzern Quaternio Verlag Luzern geworden - wat daar precies gebeurd is, weet ik niet - maar de kwaliteit is onveranderd hoog gebleven en de gestage stroom aanbiedingenfolders gaat tot op de dag van vandaag onverminderd door.
En in dit overstelpend materiaal nu vind ik mijn voornaamste inspiratie voor Ferguut.
Eén handschrift is van zeer groot belang geweest voor de beeldtaal die ik voor Ferguut heb gekozen en dat is de Kruisridderbijbel van Lodewijk IX, ook wel de Heilige genoemd. Uit ± 1250.
Wederom met een storende vouw. |
2 willekeurige pagina's uit het 283 afbeeldingen tellende boek |
Het mooie van dit manuscript is, dat het in dezelfde tijd is vervaardigd als dat van Ferguut. Behalve dat ik de miniaturen in de Kruisridderbijbel buitengewoon fraai vind, is het dus een contemporaine - en derhalve uitgelezen - bron van inspiratie voor bijvoorbeeld het uiterlijk van de personages en dieren, de vorm van de bebouwing en de begroeiing in mijn Ferguut.
Vooral de eerste jaren dat ik aan Ferguut werkte heb ik naar hartelust geput uit deze bron. Je zou kunnen zeggen dat ik van alles bij elkaar gejat heb, maar ik zie het liever als citeren en beschouw het als een eerbetoon aan de anonieme kunstenaars - men onderscheidt 7 verschillende "handen" - die dit prachtige werk hebben uitgevoerd.
Eerst laat ik steeds voorbeelden uit de Kruisridderbijbel zien en daarna mijn eigen versie, maar wel als detail van het grotere geheel, omdat ik nog steeds niet teveel wil prijsgeven van de volledige illustraties.
Eén van de eerste dingen die me opviel in de Kruisridderbijbel was de enorme variatie aan architecturale vormen. Ook dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat er meerdere illustratoren aan het werk zijn geweest.
En enkele voorbeelden van de manier waarop ik deze vormen in Ferguut heb toegepast.
De klimop aan de voet van de bomen op het tweede en derde plaatje hieronder is rechtstreeks ontleend aan het handschrift (zie het eerste plaatje hierboven), ook al is het daar nogal rudimentair.
Bij mij diende hij als voorbeeld voor het uiterlijk van Koning Arthur.
Het lastdier dat hier een geit (?) op zijn rug vervoert….
…..werd bij mij het dier dat het witte hert droeg, nadat Parsifal het gevangen had.
En de ossen van Saul uit het handschrift…..
Tot zover enkele voorbeelden van de manier waarop de Kruisridderbijbel in de eerste jaren vorm gaf aan mijn versie van Ferguut.
Maar omdat ik steeds maar weer - door de folders van Faksimile Verlag - werd voorzien van nieuw materiaal, werd ik door de jaren heen ook door andere middeleeuwse handschriften danig beïnvloed.
Door de Ottheinrichbibel - voltooid in ±1530 - bijvoorbeeld.
Zelfs de gaten, die in het perkament van het originele handschrift zaten, zijn in de facsimile-uitgave aangebracht. Dat laat ik in Ferguut maar liever achterwege.
Van deze miniaturen vind ik vooral de behandeling van de planten erg mooi.
….. dat ik dus simpelweg voor enkele van mijn illustraties gekopieerd heb.
Een ander indrukwekkend werk is het Livre de Chasse (het boek van de jacht) van Gaston Phoebus, gemaakt in 1387-1389.
Van de 87 miniaturen uit dit boek vallen mij vooral de helderheid van de kleuren en het contrast op.
En ook hier weer de manier waarop de planten en bomen, maar ook de achtergronden zijn gedaan.
Van voorbeelden uit dit boek heb ik gretig gebruik gemaakt voor de eerste scène uit Ferguut, namelijk de jacht op het Witte Hert, waarover ik hier en nu niet verder zal uitweiden, maar waarvan ik wel alvast een deel laat zien.
Er is nog één handschrift dat ik in het bijzonder wil noemen, n.l. de Luttrell Psalter, geïllustreerd in Engeland door minstens vijf mensen ergens tussen 1325 en 1335.
Het gaf mij in ieder geval een vrijbrief om zonder gêne te variëren en improviseren op de thema's die in mijn illustraties voor Ferguut zoal aan de orde zijn.
Ik wil deze drôlerietjes gebruiken door het boek heen, bijvoorbeeld als hoofdstukopeningen en/of schutbladillustraties. Hier volgen er drie uit een serie van minimaal 10.
Tot zover deze aflevering. De volgende keer zal het gaan over een andere vorm van inspiratie die onze Ferguut veroorzaakt.
En ondertussen ga ik weer gestaag verder met Ferguut.
Mooi!
BeantwoordenVerwijderenDank je, Aloys.
BeantwoordenVerwijderen